28.02.2017
05.03.2017

Rob Van Hoesel en de Belgen

Interview door Stefan Vanthuyne. Hij is fotograaf, schrijver en onderzoeker bij de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, waar hij onderzoek doet naar de hedendaagse fotoboekencultuur in België en werkt aan een Belgisch Platform voor Fotoboeken. Dit is een voorsmaakje van de inhoud van het platform


Hard werken loont. Twee dagen nadat we Rob Van Hoesel, de Nederlandse boekontwerper achter The Eriskay Connection interviewen – na een slopende dag van reviewen en begeleiden tijdens de workshop en Designer Dates van de Braakland Fotoboekenweek in het FOMU – blijkt dat drie publicaties uit de catalogus geselecteerd werden voor de Best Verzorgde Boeken 2016. Twee daarvan zijn bovendien projecten van Belgische fotografen: LAND. On the Brink of Some Formidably Complex Matter van Laura Van Severen en (un)expected van Peter Dekens.

Je bent een vormgever die vervolgens uitgever is geworden. Om een project tot en met de uiteindelijke publicatie te kunnen begeleiden?

Eigenlijk wel. Ik ben in 2002 afgestudeerd aan AKV St. Joost in Breda als grafisch ontwerper. Daarna ben ik gaan werken bij Kummer & Herrman, een bureau dat ook wel veel boeken maakt en culturele projecten doet. Toen werd ik vader en werd ik het reizen van Utrecht naar Breda een beetje moe, dus dat leek me wel het moment om voor mezelf te beginnen. Dat was eind 2005. Ik werkte toen al veel voor de culturele sector. Ik maakte posters, verzorgde campagnes en deed ook tentoonstellingsinrichting. En ook al boeken. Boeken zijn blijvende, duurzame objecten. Ze hebben een waarde. Dus wou ik er meer doen. Ik merkte echter dat de boeken die ik vormgaf voor kunstenaars of fotografen bij uitgevers vaak op de plank bleven staan of dat ze uiteindelijk in eigen beheer werden uitgegeven. Die projecten kwamen nooit echt van de grond. Ik stuurde regelmatig boeken naar uitgevers waar ik voor wilde werken, maar dan kreeg ik als antwoord dat ze met een vaste vormgever werkten. Tot ik hier een aantal inspirerende voorbeelden zag van ontwerpers die ook uitgevers waren geworden – Hans Gremmen met Fw:Books, Roger Willems met Roma Publications – en besloot om het zelf ook te doen.

De afgelopen jaren heb je met drie Belgische fotografen gewerkt. Laura Van Severen, Karin Borghouts en Peter Dekens, die zijn fotografieopleiding in Nederland genoot. Wat trok je aan in hun werk?

Peter is net als ik afgestuurd aan St. Joost. Zodoende raakten we in contact. Touch was destijds een afstudeerproject van hem. Wat ik bijzonder vind aan Peter is de wijze waarop hij het vertrouwen weet te winnen van de mensen die hij portretteert. Het zijn best heftige onderwerpen die hij aanpakt, maar hij gaat daar heel delicaat mee om. Enerzijds heeft hij een heel bescheiden houding, maar tegelijk heeft hij ook die durf om op iemand af te stappen. Ik denk dat we elkaar daarin goed aanvoelen.

Waar Peter vanuit de documentaire vertrekt, is het werk van Karin Borghouts formeler.

Karin heb ik via Peter leren kennen. Haar werk is doorgaans inderdaad formeler, maar het project dat ik samen met haar heb gedaan (The house, interieurfoto’s van het afgebrande ouderlijke huis, nvdr.) is veel persoonlijker. Dat is wellicht ook de reden geweest waarom ze bij mij is gekomen. Karin is een heel ander type. Bedachtzaam – zo ervaarde ik de beelden toch. En eigenlijk was haar serie zo sterk dat ik er als ontwerper niet zo heel veel meer mee moest doen. Eraan werken ging als vanzelf. Het is uiteindelijk een bescheiden, losbladige publicatie geworden.

Als vormgever komt het niet vaak voor dat je iets maakt waarmee je de auteur echt ontroert. Dan weet je dat het goed zit.
— Rob Van Hoesel

LAND van Laura Van Severen heb ik zelf in verschillende dummy-fases gezien. In dat stadium bleek net het design een erg moeilijke factor.

Laura heb ik ontmoet op Unseen in Amsterdam. Ze liet me die dummy zien nadat Andrea Copetti van de Tipi Bookshop haar naar mij had doorverwezen. Ik vond hem heel erg goed en fascinerend. Ik vond dat ze heel erg mooie beelden had gemaakt, maar in die dummy had ze al die beelden over de vouw van de pagina’s laten lopen – het was een Japans gevouwen boek. Die deconstructieve aanpak vond ik wel aantrekkelijk, maar ik vond dat ze daar net iets te ver in was gegaan en ze zo eigenlijk heel wat goede beelden om zeep hielp. Daarop geraakten we in gesprek en zijn we het samen opnieuw gaan ontwerpen, op zoek naar een beter evenwicht daarin.

In (un)expected, het tweede boek van Peter Dekens, worden vijf verhalen in kleur, over mensen die achterblijven na een zelfmoord, letterlijk binnen een geografische context – West-Vlaanderen – geplaatst in zwart-wit. Dat werkt heel goed en bewaart tegelijk de sereniteit. Hoe ga je als vormgever om met de ernst van het onderwerp?

Ik vind het belangrijk dat je als vormgever openstaat voor de gevoeligheden van zo’n onderwerp. Het was voor Peter ook erg persoonlijk – zijn moeder is een van de personen die zichzelf van het leven benam en zijn vader een van de verhalen in het boek. Dan weet je dat het een gevoelig boek is en dat het veel voor hem betekent. Wat fijn is aan Peter – en dat was ook al zo met Touch (over de leefwereld van een blinde man, nvdr.) – is dat hij zelf al wat dummy’tjes had gemaakt en ook wat voorbeeldboeken bijhad. Voor (un)expected had hij een openvouwend zesluik gemaakt, dat best wel goed werkte. Als je die dichtvouwde dan zag je de beelden van West-Vlaanderen en als je die openvouwde dan kreeg je die kleine verhalen te zien. Dat vond ik heel mooi gedaan, dat contrast tussen die zwart-witomgeving en in kleur die kleine, maar intense getuigenissen. Alleen was het zo dat je door die vouwwijze maar zes beelden had om dat verhaal te vertellen. Dus ging ik op zoek naar een andere manier om ze min of meer te laten verdrinken in de zwart-witbeelden van het grauwe West-Vlaanderen. Want dat moest heel duidelijk het decor zijn waartegen de verhalen zich afspeelden, die pagina’s moesten het grotere geheel vormen waarbinnen hij de kwetsbare mensen portretteerde. Eigenlijk kreeg het vrij vlot vorm. Ik had eerst een dummy gemaakt van twee hoofdstukken – waaronder dat van zijn vader. Toen ik het hem liet zien werd hij echt emotioneel. Als vormgever komt het niet vaak voor dat je iets maakt waarmee je de auteur echt ontroert. Dat is heel bijzonder. Dan weet je dat het goed zit.

Tussen Touch en (Un)expected heb ik met Peter nog aan een ander boek gewerkt, over terminale patiënten in een dagverblijf. Dat is uiteindelijk niet gedrukt geraakt. Daar kwamen we er niet zo goed uit. We hebben het in een kleine oplage digitaal geprint – in die zin is het wel afgerond. Maar op een of andere manier kwamen we gewoon niet op een vorm die goed werkte. Terwijl dat met Touch en (Un)expected net zo goed was gelukt. Het gebeurt ook maar zelden dat vorm en inhoud zo in elkaar grijpen dat het echt klopt. Dat is ook voor de vormgever een cadeau.